Het 13e dierenriemteken – de Slangendrager (Ophiuchus)
De slangendrager is officieel geen dierenriemteken. Dit sterrenbeeld bevindt zich wel in de dierenriemgordel, in het “gat” tussen Schorpioen en Boogschutter en wordt door sterrenwachten als het teken “Ophiuchus = Slangendrager/Slangenbezweerder” aangeduid.
De Slangendrager staat voor de sjamaan/sjamanca en is de bewaker van de levensenergie. Hij/zij kent het geheim van het leven. Zijn/haar voet wijst naar het hart van de Galaxis, de Bron en verbind ons met het Hogere Zelf.
Hij/zij brengt vrouwelijke en mannelijke waarden in ons samen en schenkt ons eenheidsbewustzijn.
Relatie met elementen, lichaamsdelen en een deel van planten
De maankalender wordt door veel mensen gebruikt, om het beste moment voor activiteiten te plannen. Met elk dierenriemteken zijn bepaalde dagkwaliteiten verbonden, en ook lichaams- en plantendelen. Zo horen de ‘water-tekens’ bijvoorbeeld bij het zenuwstelsel en de bladeren en kun je op de betreffende dagen het beste bladgroente en kruiden met geneeskrachtige werking oogsten. De Slangendrager heeft een geheel eigen plek. Als boodschapper van het goddelijke is hij verbonden met het element ether en al het etherische in lichaam en plant: de aura en de chakra’s (vooral kruinchakra) en de deva van de plant. De spirituele plantenboodschap zal zich op een Slangendrager dag gemakkelijker aan je openbaren en in een remedie laten verwerken. Dagen met Maan in Slangendrager (eind Boogschutter, begin Schorpioen) zijn daarom bijzonder geschikt voor meditatie, rituelen, heling en andere sjamanistische activiteiten. Zij staan in het teken van eenheidsbewustzijn en onvoorwaardelijke liefde, balans tussen vrouwelijk en mannelijk en het contact met het goddelijke en de kosmos.
Meditatiekleur: Zilver
Trefwoorden
Christusbewustzijn, sjamaan, heler, bewaker van levensenergie, kennis over het geheim van het leven, verheffen van het instinct naar een hoger niveau van intuïtie en aanvoelen; dromen, visioenen; er Zijn en mee stromen met wat er Is. Kruinchakra en hormoonsysteem.
Wie was/is de Slangendrager?
De naam slangendrager of slangenbezweerder zou kunnen verwijzen naar Pythoness of Pythia, de hogepriesteres in de tempel van de Godin, die via de slang boodschappen van de Godin ontving. Het beeld van de slangendragende priesteres komt onder andere voor in de soemerische en minoïsche cultuur. De slang is als boodschapper een oude bekende. Ook Eva brengt zij haar duivelse “kennis van goed en kwaad” over, waardoor zij en Adam dualistisch gaan denken en uit het paradijs van eenheidsbewustzijn worden verdreven. Laat de Slangendraagster nou juist voor eenheidsbewustzijn en de balans tussen vrouwelijk en mannelijk staan. Hij of zij bezit de kennis van het geheim van het leven en bewaakt de levensenergie. Het is de heler en de sjamaan/sjamanca, die kan bemiddelen tussen mensen en goden.
Aesculapius
We komen Ohhiuchus ook tegen in de Griekse mythologie als Apollo’s zoon Aesculapius (Asclepius). Hij was een grote genezer en zijn symbool is de esculaap, de slang die om een kruis omhoog klimt, vandaag nog het symbool voor artsen en helers. Hij kende het geheim van het leven en kon doden weer tot leven wekken. Daar was zijn vader Apollo het niet mee eens en plaatste hem daarom maar aan de hemel! Het sterrenbeeld Slangendrager staat aan de hemel tussen Schorpioen en Boogschutter. Zijn voet wijst naar de melkweg, het hart van ons zonnestelsel, onze Bron.
In een Griekse mythe doodt de zonnegod Apollo de reuzenslang Python, de bewaker van het orakel van Delphi en neemt Delphi over. Hij heeft nog wel een priesteres, Pythia, die het orakel overbrengt in onbegrijpelijke taal die door priesters moet worden vertaald.
Wellicht werpt het laatste stukje wat licht op het raadsel van de verdwijning van het 13e dierenriemteken. In de tijd dat de goden het overnamen van de godin en de zon belangrijker werd dan de maan, ging men ook rationeler denken en maakte steeds minder contact met het goddelijke, vooral met het vrouwelijk goddelijke. Degenen die nog contact konden maken met de godin, werden naar de sterren hemel verbannen, niet meer begrepen of niet gehoord. De slang werd de boodschapper van de duivel, van (de) Hel. De dertien maanmaanden werden twaalf zonnemaanden en binnen dit nieuwe moderne bewustzijn was er geen plaats voor de boodschap van dit dertiende dierenriemteken, dat met de ouderwetse energie van de godin en de toen achterhaalde vrouwelijke kwaliteiten was verbonden.
Inmiddels zijn we dit tijdperk aan het verlaten en juist weer op weg naar eenheidsbewustzijn, de balans tussen vrouwelijke en mannelijke waarden en contact met het goddelijke en de kosmos.
Wie was Asclepius
Hij was de zoon van Apollo en de nimf Coronis. Apollo was hevig verliefd op Coronis en zij was zwanger van hem maar zoals dat met verliefdheden van de goden vaak gaat werd haar niet echt naar haar gevoelens gevraagd. Toch moet Apollo zo zijn twijfels gehad hebben want toen hij op reis moest liet hij een witte kraai bij haar achter die de boel in de gaten moest houden. Toen de kraai hem vertelde dat zij ook werkelijk andere mannen ontving in zijn afwezigheid werd Apollo zo woedend dat hij zijn zuster Artemis opdracht gaf Coronis te doden. Ook de kraai moest het ontgelden en sindsdien zijn alle kraaien nu pikzwart. Coronis werd op de brandstapel gelegd en Apollo kreeg op het laatste moment erge spijt van zijn ondoordachte handelen. Hij kon zijn geliefde niet meer redden maar wel zijn zoon. Hij tilde Asclepius voorzichtig uit de buik van zijn moeder en bracht hem naar Cheiron die Asclepius verder verzorgde en opvoedde. Doordat Asclepius de geneeskunst al met de genen had meegekregen (ook Apollo was een kundig geneesheer) en ook nog eens werd onderwezen door Cheiron werd Asclepius de beste geneesheer die er ooit had bestaan. Maar toen hij tijdens de Trojaanse oorlog zelfs strijders terughaalde uit de dood ging dat voor Zeus echt een stap te ver en werd Asclepius geveld door de bliksem uit Zeus’staf. Apollo plaatste zijn zoon aan de hemel als het sterrenbeeld Ophiochus, de slangendrager. De Haan die de overgang aangeeft van nacht naar dag, van onbewust naar bewust, en de Slang, symbool voor transformatie en loslaten, zijn aan Asclepius gewijd. Denk hierbij ook aan het Esculaapteken van de medische stand met een slang die naar boven klimt en een die afdaalt rondom een staf.
Bovenstaande tekst is ontleend aan Astrologische vereniging Friesland Ophiochus.
Links
Astrologische vereniging Friesland Ophiochus | www.ophiochus.nl
Slangendrager
Dit sterrenbeeld lijkt op een voodoo-dokter met in elke hand een in tweeën getrokken stuk slang.
Technisch zijn het twee sterrenbeelden. Aan de ene kant de man die met zijn grote vierhoekige lichaam en driehoekige hoofd met de rechterarm de kop van de slang vasthoudt en met de linkerarm de staart van de slang. De vrij zwakke sterren van de voeten reiken tot de Schorpioen met de heldere roodachtige ster Antares.
De twee heldere sterren van de schouder en de heldere ster in de top van het driehoekige hoofd zijn ook goed herkenbaar
Hoewel de Slangendrager tot in de Dierenriem reikt wordt hij niet tot de Dierenriem gerekend.
In de Griekse mythologie stelt de figuur Asklepios voor, de Griekse God van de geneeskunde die terug kan worden gevonden als de Egyptische Imhotep (ongeveer 2900 v. Chr.), een eminent arts en architect: de eerste wetenschappelijke mens in de geschiedenis. Zo is de Slangendrager het enige bestaande sterrenbeeld dat een historisch figuur voorstelt.
De kosmische betekenis van de energieën van de 12 dierenriemtekens betreft een twaalfvoudigheid in de tijd, waarin de mens alle facetten in veel stadia moet doorlopen om tot eenheidsbewustzijn te kunnen komen.
Het spirituele bewustzijnsproces ontstaat wanneer beide delen van de Slang geheeld zijn, gesymboliseerd door de staf van Hermes waarbij de mannelijke en vrouwelijke energie tot eenheid wordt gebracht. Dit moet de dualiteit oplossen en de mens weer bewust maken van zijn oorsprong. Het opgaan in de eenheid voorbij de dualiteit.
In zijn fresco het Laatste Avondmaal heeft Leonardo Da Vinci Jezus te midden van zijn 12 discipelen, die symbool staan voor de 12 Dierenriemtekens, uitgebeeld.
Jezus met aan weerszijden 6 discipelen. Zowel van links als van rechts is Jezus de 7 e.
Van de 6de het tijdelijke naar de 7 het eeuwige; het overstijgen van de tijd.
Jezus als de dertiende tussen de twaalf, symbolisch de Slangendrager.
Jezus de verbindende en helende kracht tussen het eeuwige deel van de mens (de ziel) en het tijdelijke deel (het lichaam).
Van links naar rechts op het fresco
1 Bartholomeus – Stier /Venus
2 Jacobus de zoon van Alfeiis – Ram /Mars wijst naar Petrus
3 Andreas, broer van Simon die Petrus wordt genoemd – Tweelingen
4 Judas Iscariot de verrader – Steenbok / Saturnus
5 Petrus (Simon) – Waterman / Uranus Het verlichte denken
6 Johannes, broer van Jacobus – Vissen / Neptunus Het hogere voelen
1 JEZUS CHRISTUS De verbindende kracht
8 Thomas – Maagd / Mercurius Met de vinger naar omhoog, het goddelijke
9 Jacobus – Leeuw / Zon. Zoon van Zebedeus. Met de armen wijd gespreid
10 Filippus – Kreeft / Maan. Met de handen naar de borst, koesterend
1 1 Simon de Seloot – Boogschutter / Jupiter. Wijst naar Judas
12 Thaddeiis – Schorpioen / Pluto. Rechter hand open op de borst, en op tafel
13 Mattheus – Weegschaal /Venus. De belastinginner
Leidy de Groot