Auteursarchief: beheerder

Astrologie werkt!

Inleiding

Astrologie roept veel verschillende reacties op. Er zijn mensen die overtuigd zijn van de waarde en inzichten die het kan opleveren voor iemands levensweg, anderen hebben zo hun twijfels en vragen zich van tijd tot tijd toch af of er toch ergens iets verklaard kan worden. Er zijn mensen die het grote onzin vinden, waar geen mens met een beetje verstand zich mee bezig zou willen houden en er zijn personen die astrologie met “wetenschappelijke” argumenten afdoen als niet aansluitend op de wetenschap en dus onzinnig. Vast staat dat de toepassing van astrologie zo oud is als de mensheid en dat er regelmatig nauwe verbanden c.q. coïncidenties zijn vast te stellen tussen geokosmische fenomenen (alles wat met de beweging van hemellichamen te maken heeft) en gebeurtenissen in het leven van individuen, families en volkeren. De tegenstanders van astrologie stellen dat er geen wetenschappelijk fundament is en dat het met de erkende wetenschappelijke benaderingen niet aan te tonen is. In dit artikel zal ik een poging doen om met aanvullende inzichten de waarde van astrologie aan te tonen.

Waarom geloven mensen in astrologie?

Mensen geloven in astrologie, omdat er veel zaken gebeuren waar men geen verklaring voor weet en ze toch begrip proberen te krijgen voor zaken, die onverwachts hun leven beïnvloeden. Ze geloven in astrologie omdat ze verklaringen zoeken voor het onverklaarbare. De astrologie heeft al vele antwoorden gegeven op allerlei voorvallen. Door het onderzoeken van vele mysterieuze voorvallen vanuit de astrologie, zijn al vele min of meer toevallige verbanden met beweging van planeten verklaard, en kon ook de uitwerking daarvan, op wat er zich in een mensenleven en in de maatschappij voordoet, worden verklaard. Mensen raadplegen een astroloog omdat ze benieuwd zijn naar wat er zich in hun leven gaat voordoen, of omdat ze een verklaring zoeken voor moeilijkheden die ze ondervinden. Zo raken ze op de hoogte van de astronomische fenomenen, die een sterke invloed uitoefenen op hun leven en waarvoor via de astrologie een verklaring kan worden gegeven. Mensen kunnen veel baat hebben bij een goed begrip voor deze fenomenen en hun uitwerking bij het overwinnen van hindernissen in het leven en krijgen daardoor een beter begrip van de kosmische uitdaging die op hun leven rust. Dat betekent overigens geenszins dat het leven volledig gepredestineerd is. Aan astronomische fenomenen valt niet te ontkomen. De planeten draaien in een volmaakt georchestreerde regelmaat hun rondjes om de zon en oefenen daarbij hun specifieke energieën uit. Het individu bepaalt door de eigen keuzes op welke manier deze energieën hun leven beïnvloeden.

De dynamiek in ons zonnestelsel

Astrologie is gebaseerd op de beweging van de planeten om de Zon. Sommige planeten hebben een of meer manen die een baan om deze planeet beschrijven. Van de banen van de planeten is bekend, dat ze allen in nagenoeg eenzelfde vlak om de Zon lopen. De projectie van dat vlak rondom noemen we de ecliptica, waar alle tekens van de dierenriem zich bevinden. De banen van de planeten hebben een elliptische vorm. Het kenmerkende voor een elliptische baan is de overal verschillende afstand tot de 2 brandpunten (waarvan in een de Zon staat en in het ander niets staat). Volgens de natuurwetenschappelijke wetten is de snelheid van een planeet in een elliptische baan overal verschillend en afhankelijk van de afstand tot het brandpunt (in casu de Zon). Deze verschillen in snelheid gaan samen met verschillen in aantrekkingskracht en dus ook met verschillen in energie. Deze energie is van invloed op alle leven dat er aan wordt blootgesteld. De afstand van de banen van de planeten tot de Zon verschilt onderling sterk, waardoor de omlooptijd om de Zon per planeet aanzienlijk verschilt. Ook is er een groot verschil in massa tussen de planeten (Jupiter heeft ongeveer net zoveel massa als alle andere planten in ons zonnestelsel samen). Mercurius heeft 88 dagen nodig voor een baan om de Zon, Venus 225 dagen, de aarde doet er precies een jaar over. Mars heeft ruim 687 dagen nodig terwijl Jupiter er bijna  12 jaar over doet. Nog langer duren de omlopen van Saturnus (29,6 jaar), Uranus (84 jaar), Neptunus (165 jaar) en Pluto (247 jaar). Het mag duidelijk zijn dat hierdoor de krachten die de planeten door hun baan om de Zon veroorzaken erg verschillend zijn en dat de uitwerking van die krachten voor alle leven grote verschillen oplevert. Daardoor is de kans dat in ons zonnestelsel alle planeten ooit weer gelijktijdig op een zelfde plaats staan als ooit tevoren 1 op oneindig. Nu is het met name voor de planeten die verder van de Zon af staan dan de aarde  zo dat, telkens wanneer een planeet in zijn baan om de Zon een bepaald teken van de dierenriem doorloopt, dat altijd hetzelfde deel van zijn ellipsvormige baan betreft als toen hij daar de vorige keren doorheen liep. En ook is het zo, dat de afstand van de baan tot de Zon dan gelijk is aan de keren dat hij dat deel eerder doorliep. Dit gaat dus elke keer opnieuw gepaard met dezelfde energiepatronen, en heeft  steeds eenzelfde uitwerking op alle leven dat aan deze energiepatronen is blootgesteld.

Wat leert de geschiedenis van de wetenschap ons?

Sedert zijn ontstaan, heeft de mensheid doorlopend, en vaak met grote tegenzin, zijn wereldbeeld moeten bijstellen. Bij elke nieuwe ontdekking kwamen we dichter bij “de waarheid”. Dit werd achteraf ook voor alle oorspronkelijke tegenstrevers steeds duidelijk. Elke “waarheidsbeleving” bleek in het verleden per definitie tijdelijk te zijn en werd steeds achterhaald. Deze tendens zal zich zonder enige twijfel voortzetten naar de toekomst. Pas wanneer de mensheid er in zou slagen het goddelijk geheel te overzien in al zijn dimensies en dynamiek, zou er sprake kunnen zijn van een onveranderlijke waarheidsbeleving. En daarvoor zal de mensheid, ondanks alle door hem gedane uitvindingen en ontdekkingen, altijd tekort schieten. Immers dan zou de mens zelf het goddelijk geheel (het al) moeten vormen en dan blijft er niets meer buiten die mens over en resteert het kennen van het ik. Als we als mensheid bereid blijven onze kennis doorlopend aan te passen aan nieuwe inzichten, zullen we uiteindelijk steeds dichter bij het begrip voor de werkelijke bedoeling van de schepping komen, en ook steeds beter in staat zijn dit begrip daadwerkelijk om te zetten in een gedrag waaruit onze liefde voor de schepping blijkt.

Vanuit de wetenschap zijn er een aantal inzichten aan te voeren die onze gedachten verder zouden kunnen leiden.

In de eerste plaats noem ik de algemene relativiteitstheorie van Einstein. In deze theorie wordt aangenomen dat zowel massa als energie de ruimte/tijd doen krommen. Einstein stelt dat er geen verschil bestaat tussen een constante versnelling en een constante zwaartekracht. Met deze theorie heeft Einstein o.a..de afwijkingen in de baan van Mercurius kunnen verklaren die in eerdere theorieën werden toegeschreven aan het bestaan van een fictieve planeet Vulcanus (bron Wikipedia). Van zijn denkbeelden is bekend dat Einstein zelf regelmatig heeft gedacht dat zijn theorieën niet juist waren tot er weer bewezen werd dat dit (nog) niet het geval is.

In de tweede plaats wil ik de denkbeelden van Gödel noemen. Hij was een briljant wiskundige die door zijn onvolledigheidstellingen bewees dat systemen (omdat ze uitgaan van een beperkte werkelijkheid en altijd een aantal aannames kennen (axioma’s) die binnen het systeem zelf niet kunnen worden bewezen) onvolledig zijn en dus nooit voor alles een verklaring kunnen geven.

Tenslotte wil ik verwijzen naar de wetenschapsfilosoof Karl Popper. Hij houdt ons voor altijd een gezonde twijfel te hebben aan wat we weten en aan wat we denken bewezen te hebben. Hij noemt dat falsificatie en stelt dat de kennis over een bepaald onderwerp toeneemt als we hebben aangetoond dat het voor een bepaalde situatie niet klopt. Op basis van dat nieuwe inzicht kunnen we die eerder verworven kennis uitbreiden en de achterliggende theorie vernieuwen. In de ontwikkeling van onze maatschappij is dit inzicht van Popper onmisbaar.

Onze wetenschap bouwt op vereenvoudigde modellen van de werkelijkheid, waar de minder relevante factoren buiten zijn gelaten en waarvan voor zeer veel gevallen kan worden aangetoond dat ze werken. Een dergelijke benadering is in veel situaties zonder problemen toe te passen, omdat het model bijna altijd opgaat en, als het niet opgaat, het meestal niet opgemerkt wordt, gezien het geringe belang van de afwijking. Maar dit mag ons nooit ertoe verleiden vervolgens te vergeten dat er altijd situaties zijn waaraan niet wordt voldaan. Dit zou ons er toe moeten brengen niet dogmatisch in het leven te staan en met verwondering te zoeken naar situaties die juist niet verklarend zijn voor de juistheid van eerdere aannames.

Een andere reden om steeds bezig te blijven met falsificatie is de dynamiek. Alhoewel velen er een grote afkeer van hebben en doorlopend proberen alles in vaste structuren te krijgen, die voor nu en tot in de eeuwigheid verklarend zou kunnen zijn, staat vast dat er geen evenwicht is en er ook nooit zal zijn. Alles van het universum tot in het kleinste gen vertoont dynamiek en is voortdurend aan verandering onderhevig. De wet van behoud van energie (Einstein) leert ons dat alle dynamiek merkbaar is voor zijn omgeving en daar dus ook invloed op heeft. Fritjof Capra heeft hieraan in zijn boeken “de eenheid van leven” en “het levensweb” uitgebreid aandacht aan besteed en ons inzicht gegeven in hoe deze invloeden in de historie de ontwikkeling van het leven hebben beïnvloed. Toch zijn er vandaag de dag nog steeds wetenschappers die beweren dat het DNA van een mens tijdens zijn leven niet verandert. Zou het niet zo kunnen zijn dat dit juist wel gebeurt onder invloed van de omstandigheden.

We zouden er naar mijn mening best van uit moeten gaan dat alles dynamisch is en doorlopend in verandering en dat alles invloed heeft op alles. Dat houdt ook in dat we bereid moeten zijn aan te nemen dat geokosmische fenomenen invloed hebben op alles en dus ook op ons. En het is nu juist de astrologie die studie maakt van de relatie tussen de kosmische gebeurtenissen en het leven. Meer kennis van de relatie en meer inzicht in het hoe en waarom van het leven kan ons de weg wijzen naar een samenleving die dit inziet en begrijpt en zich altijd bewust is van de onvolledigheid van de verkregen verklaringen en daarom verandering als iets normaals accepteert en liefdevol is in het teweegbrengen van alle veranderingen.

Op welke manier kan astrologie bijdragen?

Het is zeker niet zo dat astrologie op alle vragen die we hebben over het waarom en hoe van ons leven antwoord kan geven. De veelheid en complexiteit van de astronomische fenomenen en de steeds verschillende omstandigheden waarin herhalingen daarvan zich voordoen, maakt een duidelijke eenduidige interpretatie moeilijk. Vraag is overigens of we met het zoeken naar die eenduidigheid altijd wel op de goede weg zijn. Is het niet zo dat de dynamiek van het universum ervoor zorgt dat er nooit een moment in de eeuwigheid zal zijn waarop de situatie in het universum in alle details, identiek is aan een ander moment. Als we geboren worden is er een levensdoel. Het realiseren van dat levensdoel wordt beëindigd op het moment van overlijden. Als we geboren worden weten we maar een ding zeker, we zijn sterfelijk. Leven en dood zijn onverbrekelijk. Toch zoeken we naar zekerheid en stabiliteit in dit leven en houden ons liefst zoveel mogelijk afzijdig van de dood. We zouden echter moeten beseffen dat door nieuwe ervaringen de zingeving van het leven toeneemt. Juist dat bevordert de groei en draagt bij aan een vervuld leven.

Tenslotte

Horoscooprubrieken, zoals bijvoorbeeld rubrieken die met grote frequentie in de diverse bladen worden gepubliceerd, kunnen nooit individueel gebruikt worden. In deze rubrieken worden slechts algemene tendensen weergegeven, die voor velen met de Zon in het betreffende teken in meer of mindere mate zal kunnen gelden. In hoeverre deze tendens in het leven van een individu van invloed is, kan alleen worden afgeleid uit de persoonlijke horoscoop van betrokkene. Soms zal dan blijken dat de in deze rubrieken geschetste algemene tendensen bij iemand veel explicieter naar voren komen, dan wel zal blijken dat ze volstrekt ondergeschikt blijven aan andere factoren uit de persoonlijke horoscoop, die een veel sterkere uitwerking op het leven van betrokkene blijken te hebben. Dat hoeft niet te betekenen dat dergelijke rubrieken geen waarde hebben. Juist in die gevallen waarin duidelijk wordt aangegeven wat de waarde van dergelijke rubrieken is kan het zeker bijdragen aan verdieping van inzicht. Hierin heeft de astroloog zijn verantwoordelijkheid.  De waarde van astrologie gaat echter verder. Vooral daar waar de geboortetijd exact bekend is kan de horoscoop dienen ter ondersteuning en verklaring van keuzes die men tegenkomt op de levensweg. Of het nu gaat om talenten, beroepskeuze, partnerkeuze, gezondheid, de horoscoop kan hele waardevolle aanvullingen geven.

Voorwaarde is wel dat dit door een astroloog gebeurt die zijn rol serieus neemt en begrijpt dat hij/zij vooral een rol dient te spelen in de bevordering van de ontwikkeling van betreffend individu.

Dane Rudhyar’s bijdrage aan de astrologie

Dane Rudhyar’s bijdrage aan de astrologie

Inleiding

Gedurende de vele jaren dat ik astrologie bestudeer en beoefen, kwam ik regelmatig het werk van Dane Rudhyar tegen. Elke keer opnieuw werd ik geraakt door zijn ideeën. Naarmate ik zijn werk vaker tegenkwam en probeerde er een beter begrip van te krijgen, trokken de volgende zaken mijn aandacht:

  • Het theoretische kader dat hij gebruikt voor de uitwerking van zijn ideeën;
  • Het filosofisch fundament achter deze ideeën;
  • De parallel met andere ontwikkelingen in de wetenschap;
  • Het relatief beperkt aantal mensen dat vervolgens iets met zijn ideeën heeft gedaan.

De eerste keer dat ik het werk van Rudhyar tegenkwam, was tijdens mijn studie astrologie bij het CHTA (Centrum voor Humanistische en Transpersoonlijke Astrologie), maar toen was ik me niet bewust van zijn ideeën.

Later schafte ik de astrologische mandala aan en begon die steeds vaker te gebruiken bij mijn astrologische interpretaties. Langzaam groeide mijn inzicht in het belang van zijn bijdrage aan de astrologie, maar ik werd me dat pas echt bewust toen ik voor mijn studie aan de Faculty of Astrological Studies (FAS) in de UK een werkstuk moest maken over een belangrijk onderwerp met historische invloed op de ontwikkeling van de astrologie.

Tussen de aangereikte opties stond ook Dane Rudhyar en al snel besloot ik me verder in zijn werk te verdiepen.

Eerder had ik al kennis gemaakt met de ideeën van de humanistische benadering van de astrologie uitgewerkt door Alexander Ruperti, Raymond Merriman en Joyce Hoen. De door hen gehanteerde benadering, dat de horoscoop een representatie is van een uniek kosmisch energiepatroon, dat kenmerkend is voor de uitdaging voor elk individu op zijn levensweg spreekt me erg aan. Het werd me geleidelijk duidelijk dat al deze personen hun ideeën hadden gebaseerd op het werk van Rudhyar en zo werd ik me bewust van het belang van zijn werk.

Een eerste probleem was om aan zijn werk te komen. Er blijkt nauwelijks werk in Nederland en zeker niet in een Nederlandse vertaling beschikbaar te zijn. Ik vroeg dus mensen om me heen om advies en kreeg al snel een aantal waardevolle tips.

De eerste tip kreeg ik van een lid van de astrologische vereniging waar ik lid van ben.

Ik vertelde dat ik bezig was een studie te maken van de bijdrage Rudhyar aan de astrologie.

Ze had “the Planetarization of consciousness” in haar kast staan en bood me dat te leen aan.

Toen ik, nadat ze me het had gegeven, thuis kwam, sloeg ik het boek belangstellend open op pagina 334 en daar werd ik getroffen door de volgende tekst:

“The word plenitude, well known in all European countries, has nearly the same meaning as “fullness”, but it is used almost exclusively with reference to an inner state of human or divine being and consciousness. The Greek term, pleroma, is related to it, and I have used this term, pleroma, to indicate a condition of existence in which the most complete plenitude of being and consciousness is experienced – a truly “divine” state, the omega state”. Het begrip “plenitude” zou ook omschreven kunnen worden als “vervuld van spiritualiteit”.

Deze tekst trof me, omdat ik het bedrijf dat ik in 1994 startte “Omega MC” heb genoemd en nog meer door het feit dat ik indertijd, door een communicatiefout tussen mij en mijn zoon, mijn email adres bij toeval “omegahighlighter” heb genoemd.

Op die momenten heb ik nooit beseft dat ik ooit, een jaar of 12 later, een werkstuk zou schrijven, waarin ik de ideeën van Rudhyar zou uiteenzetten en toelichten.

Ik had indertijd de naam Omega bewust gekozen als uitgangspunt voor onze dienstverlening “het bieden van adviezen van een zo hoog mogelijke kwaliteit en toegevoegde waarde voor de opdrachtgevers”, waarbij de alpha voor de aanvaarding en de omega voor het uiteindelijke resultaat staat.

Omdat ik de gewoonte heb toevalligheden te beschouwen als bijzondere geschenken met grote waarde, die aanwijzingen bevatten voor mijn levensweg, werd het voor mij vanzelfsprekend het werk van Rudhyar te leren begrijpen en verder uit te dragen.

Rudhyar, zijn filosofie en zijn invloed op de astrologie.

Rudhyar

Dane Rudhyar werd in Parijs geboren op 23 maart 1895 als Daniel Chenneviere.

In de eerste fase van zijn leven hield hij zich met diverse artistieke uitingen en vooral met het componeren van muziek bezig.

Al op zijn 16e was hij zich bewust van het cyclische gedrag van de tijd en de invloed daarvan op het leven en beschavingen in al zijn aspecten van bestaan.

Hij was van mening dat Europa aan de vooravond van de 1e wereldoorlog in de herfst van zo’n cyclus terecht was gekomen en vond dit geen goede voedingsbodem om zijn “seed ideas” te laten ontkiemen. Hij zocht naar een omgeving waar de omstandigheden voor het ontkiemen van een nieuwe visie beter waren en verhuisde daarom in 1916 naar de US, waar hij ook de naam Rudhyar (genoemd naar de Hindu god Rudra, bekend als vernietiger en regenarator en als de transformerende energie) aannam.

Hij werd beïnvloed door de ideeën van onder andere Helen Blavatsky (theosofie) , Wadia (theosofie), Jung (psycho analyse) en Jan Smuts (filosoof, holisme, grondlegger van de systeemleer).

Hij leverde onder andere een bijdrage aan een aantal astrologische tijdschriften, waarin hij zijn nieuwe ideeën kon publiceren. Vervolgens begon hij zijn filosofie en ideeën verder uit te werken en vast te leggen in een serie indrukwekkende boeken (een deel van zijn werk is opgenomen in de bibliografie aan het eind van dit artikel).

Rudhyar’s filosofie

Rudhyar’s heeft zijn filosofie gebaseerd op een aantal metafysische ideeën.

Deze heeft hij o.a. vastgelegd in zijn boek “The Planetarization of consciousness”.

Deze filosofie is vooral gebaseerd op het cyclisch gedrag van de tijd, op heelheid, ziel, geest en reïncarnatie.

Hij dringt aan op een nieuwe maatschappij met een groeiend bewustzijn voor kosmische krachten, die in staat is deze krachten te doorgronden en in nieuwe visies toe te passen, ter vervanging van de huidige maatschappij die aarde en ruimte vervuilt.

Hij refereert daarbij aan de relatie tussen de ontwikkeling van het menselijk bewustzijn, het menselijke begrip van de astronomische omgeving en de daarmee samenhangende ontwikkeling van astrologische concepten.

Hij verklaart het belang van de moderne wetenschap van zijn tijd (de ideeën van o.a. Marie Curie, Max Planck en Albert Einstein om tot een niet materiele visie van het universum te komen) als een projectie van de menselijke behoefte. Hij legt relaties tussen de structuur van atomen en melkwegen als voorbeeld van het Hermetisch principe “zo boven, zo beneden”.

Hij ontwikkelt nieuwe dimensies van de werkelijkheid in zijn metafysisch concept gebaseerd op de ideeën van Jan Smuts (“wholes”).

In dit concept staan gedefinieerde entiteiten (wholes) centraal, deze wholes kunnen, op basis van bepaalde typische kenmerken die voor al deze entiteiten hetzelfde zijn, worden gegroepeerd in steeds andere ordeningen. Rudhyar noemt dit een holistische benadering en gebruikt het woord “interpenetration” om de onderlinge samenhang tussen de onderdelen (wholes) van zo’n groter geheel uit een te zetten.

Dit concept gebruikt hij ook om de relatie tussen mens en heelal te verklaren.

De mens zou zichzelf moeten beschouwen als een functioneel deel van het heelal.

De onderlinge verbondenheid met de bron van alles, het galactisch centrum is daarbij essentieel.

Deze benadering impliceert de noodzaak van het bestaan van een uniek alles omvattend geheel (whole) met een onuitputtelijke potentie, als bron voor alle activiteiten uit te voeren door entiteiten binnen dit geheel.

In zijn  boek “The Sun is also a star” definieert Rudhyar een kosmische orde bestaande uit 5 dimensies. In deze orde herkennen we ons zonnestelsel en alle melkwegen en universa om ons heen als de 3e dimensie. Hij noemt daarin de 4e dimensie “relatedness”. In deze dimensie is de aanwezigheid van zowel vorm op fysiek als geestelijk niveau nodig. De 5e dimensie noemt hij “Space” zijnde de wil om aan de wortel van alle vormen van bestaan te zijn.

Op het niveau van “Space” bestaat alleen beweging en verandering en deze beweging wordt beschreven als het cosmogenische proces (scheppend proces), en een catacosmisch process (van inademing) dat alles samentrekt in een enkel bijna dimensieloos punt.

Het cosmogenische proces vindt plaats in het witte gat, waar een nieuw heelal wordt geboren, het catacosmische proces vindt plaats in het zwarte gat, waar universa en melkwegen ophouden te bestaan, De creatieve kracht wordt yang genoemd en de opruimende kracht wordt yin genoemd. Beide processen herhalen zich tot in het oneindige en zijn vergelijkbaar met geboorte en dood op ons biologische niveau, maar ook met de cyclus van creatie van ideeën die geboren worden en tenslotte weer overbodig worden.

Samen met de andere sterren, universa en melkwegen maakt ons zonnestelsel deel uit van een enorm geheel en als zodanig is elk onderdeel ervan betrokken bij een min of meer harmonisch samenspel van krachten.

De idee van “wholes”, samengesteld uit een groot aantal kleinere “wholes”, maar tegelijkertijd ook deel uitmakend van grotere “wholes” en samen een oneindig samenspel van “wholes” vormend, die allen met elkaar in verbinding staan, is afgeleid uit deze denkwijze.

In zijn boek  “Astrology of personality” (voorwoord bij de 3e editie, pagina xiv) licht Rudhyar de rol van de mensheid met betrekking tot zijn gebruik van het begrip personality toe.

Daarover zegt hij:

“Personality, in the largest sense, is the organic whole in which the psychological and psycho mental natures of man are progressively integrated. Therefore it represents the wholeness of the human being as a microcosm; man as a whole solar system operating on the background of, and in constant relationship to, the zodiac or the galaxy”.

En aldus legt hij het verband tussen zijn zienswijze en de mens.

Rudhyar beschouwt astrologie als een symbolische taal waarmee de potentie van het individu in samenhang met de kosmische cycli tot uitdrukking wordt gebracht.

In hetzelfde boek en voorwoord zegt hij:

“Astrology … is an art of life interpretation and it provides us with a technique for the development and fulfilment of personality. Its aim is to transform chaotic human nature into a microcosm”

en een paar regels verder:

“The goal of astrology is the alchemy of the personality. It is to transform chaos into cosmos, collective human nature into individual and creative personality”.

Volgens Rudhyars inzichten vertegenwoordigt de horoscoop de potentie van het individu dat gecreëerd werd op een uniek moment en een unieke plaats.

Een menselijk individu kan worden gezien als een eigen entiteit (“whole”) maar ook als onderdeel van grotere entiteiten (Wholes), zoals familie, land, .beroepsgroep, generatie en is op deze manier ondergeschikt aan de enige oneindige bron van pure potentialiteit.

Aldus ontwikkelde Rudhyar zijn ideeën dat mensen niet alleen invloed ondervinden van de Zon , de Maan, en de nabije planeten, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus, maar ook vanuit meer veraf gelegen delen van ons zonnestelsel.

Hij ontwikkelt de visie dat de trans-saturnale planeten (Uranus, Neptunus en Pluto) deze invloeden belichamen en als zodanig bijdragen aan ons groeiend bewustzijn van heelal en melkwegen. In deze visie wordt afstand genomen van een beperkte heliocentrische visie (Rudhyar gebruikt het veelzeggende woord i-sol-ated) en ontstaat een werkelijk galactische visie op alle leven, vol bewustzijn van het onderdeel zijn van grotere gehelen (wholes).

De invloed van Rudhyar op de astrologie

Toen Rudhyar zijn ideeën ontwikkelde, was astrologie gebaseerd op het heliocentrische principe en werden alleen de planeten die met het blote oog zichtbaar waren beschouwd als van belang voor de astrologische interpretatie. Dat was tot op dat moment ook in overeenstemming met de interne beleving van de mens.

Zijn ideeën over een ware humanistische astrologie, gebaseerd op evolutionaire cycli met de horoscoop als een routeboek naar de toekomst om de immanente en niet eenvoudig te begrijpen opdrachten voor het leven uit af te leiden, zijn baanbrekend.

Zijn boek  “The astrology of personality” voor het eerst uitgegeven in 1936, wordt beschouwd als de belangrijkste bijdrage aan de vernieuwing van de westerse astrologie.

Waar binnen de klassieke astrologie het individu blootgesteld was aan goede (benefic) en kwade (malefic) invloeden, waarop hij geen invloed kon uitoefenen of aan kon ontsnappen, ontwikkelt Rudhyar de visie dat alle horoscoopfactoren constructief zijn en bijdragen aan het groeiproces om het volle potentieel van het betrokken individu waar te maken.

Daar, waar het individu nalaat in overeenstemming met zijn potentie te leven, kan het gebeuren dat zaken worden rechtgezet om de het innerlijke groeiproces te bevorderen en het bereiken van de omega state mogelijk te maken.

In de klassieke astrologie worden alleen de planeten t/m Saturnus gebruikt om astronomische fenomenen astrologisch te interpreteren.

In “The galactic dimension of astrology” noemt Rudhyar de planeten tot en met Saturnus “planeten van het organisch functioneren”. Uranus, Neptunus en Pluto hebben een taak bij het loskomen van de materie en het menselijk ego, vooral om de transformatie te bevorderen.

Ook herdefinieert Rudhyar de functie van de klassiek planeten met behulp van zijn visie op het cyclisch gedrag van de tijd.

Hij stelt dat Mars, Jupiter en Saturnus de relatie van het organisme met andere organismes binnen eenzelfde “whole” moeten regelen en dat de Zon, Mercurius en Venus naar de interne functie van dat organisme verwijzen.

Uranus, Neptunus en Pluto hebben betrekking op de invloed van buiten ons zonnestelsel (de melkweg, het universum). Elk van deze planeten heeft een functie in de transformatie en transcendentie van het ego. Deze is gebaseerd op een zwaartekracht vanuit het galactisch centrum en weg van de Zon waaraan we direct zijn blootgesteld.

Dit vereist een verandering van onze loyaliteit van de Zon (het ego) naar het galactisch centrum.(eenwording van alles). Bewustwording is de sleutel om deze invloed te laten werken en die bewustwording wordt gevoed door het steeds terugkerende patroon van cycli van planeten die hun energie uitwerken op de unieke energetische blauwdruk van het individu (de geboortehoroscoop).

In astrologische termen verwijst de plaatsing van Uranus, Neptunus en Pluto naar processen en gebeurtenissen in iemands leven die als constructieve uitdaging naar transformatie kunnen worden beschouwd.

Uranus weigert de beperking opgelegd door Saturnus (Saturnus begrensd van nature) te accepteren en de belangrijkste functie is om het pad naar de kosmos open te houden.

Neptunus vertegenwoordigt de losmaking van materie, hetgeen vereist is voor een ieder die verlangt naar spirituele ervaringen.

Pluto eist van elk levend wezen om alles dat geen deel uit maakt van de eigen essentie, opzij te zetten. Pluto zuivert, maar meestal niet erg zachtaardig.

Pluto transits kunnen daarom ook gepaard gaan met transformatie van leven naar dood.

Uranus wordt in verband gebracht met visie en helderziendheid. Het onthult de essentie van alles. Neptunus geeft echte compassie en een soort heilig aanzien, het vergroot het bewustzijn en maakt het mogelijk al wat er is te nemen voor wat het is.

Uranus staat voor individualiteit, Neptunus daarentegen voor het collectieve en massabewegingen.

Venus en Mars benadrukken de dagelijkse individualiteit, Jupiter en Saturnus de collectiviteit.

Rudhyar is ook van mening dat het transformatieproces kan worden verklaard door de cyclische interactie tussen Uranus en Neptunus. Het geeft de relatie tussen geïnspireerde individuen en de gemeenschap inhoud.

De aard van deze relatie wordt duidelijk gemaakt door Pluto. Pluto heeft de neiging af te maken wat Uranus begon, vooral in dat deel van haar baan binnen de baan van Neptunus.

Uranus creëert nieuwe inzichten en om het goddelijke mogelijk te maken moeten de band met de aantrekkingskracht van de Zon worden vermindert.

Neptunus speelt een paradoxale rol, aan de ene kant van losmaking aan de andere kant van verbinding met een nieuw geheel. Het eerste is onvermijdelijk voor het laatste en om op een hoger niveau terecht te kunnen komen. Neptunus verwijst naar grootse dromen, dromen die de mensheid nodig heeft om zich te bevrijden en op te maken voor de glorieuze toekomst van de verbinding met de bron die ons verbind.

Zodra we bevrijd zijn door Uranus kunnen we uitvoerder worden van de Neptuniaanse droom. Pluto draagt hierin bij door zuivering. Volgens Rudhyar is dit de weg van de mens naar de vervulling en het bereiken van de omega-state.

In zijn werk “Een astrologische Mandala”gebruikt hij de Sabiaanse symbolen, ontwikkeld door Marc Edmund Jones en Elsie Wheeler, en brengt ze op een gestructureerde manier  samen met het proces van bewust ontwaken van het individu. Dit ontwaken worden op gang gebracht door een leven in vol bewustzijn en begrip voor de betekenis van elk voorval als bijdrage op de weg naar vervulling.

Rudhyar vindt zelfverwezenlijking het belangrijkste doel voor een individu.

Hij vind astrologie een belangrijk hulpmiddel om talenten uiteen te zetten, sterkte en zwakten te begrijpen en hoe ermee om te gaan en het uiteindelijke levensdoel te vinden.

De astroloog speelt hierin een belangrijke rol, omdat juist hij als bewustmaker kan optreden en de verwerkelijking van de enorme potenties in elke horoscoop kan bevorderen door ze toegankelijk te maken voor de eigenaar.

Dit stelt ook eisen aan de rol die de astroloog moet spelen naar de cliënt en waarbij deze zeer bewust vooral kan ondersteunen bij de uitleg van gebeurtenissen als bijdrage op de weg naar de persoonlijke vervulling. Het doen van uitspraken over toekomstige gebeurtenissen moet volgens Rudhyar door de astroloog worden vermeden.

Tot besluit

Voor mij en mijn verdere ontwikkeling zijn de ideeën van Rudhyar erg belangrijk gebleken.

Vooral het feit dat zijn astrologie gebaseerd is op een metafysisch concept over het doel van ons bestaan in relatie tot een stelsel van “wholes” als universa, melkwegen en een en dezelfde alles verbindende bron, spreekt me erg aan.

Het geeft betekenis aan mijn leven en helpt me de dingen die gebeuren beter een plaats te geven.

Het helpt me de gebeurtenissen te begrijpen en de weg te vinden waarmee ik het volle potentieel van mijn horoscoop kan verwerkelijken.

Soms noemen we deze gebeurtenissen toevalligheden of serendipiteit.

Dit brengt me op een aantal andere bijzonderheden die ik tijdens het bestuderen van Rudhyar ontdekte. Rudhyar legt onder andere uit dat de astrologische mandala in relatie tot de horoscoop kan worden gezien als een afbeelding van de weg die we hebben te gaan en de route die we moeten volgen. Zijn uitleg van de symboliek van de mandala voor de graden in onze horoscoop waar we iets hebben staan, geeft daar een nadere toelichting op.

Over de symboliek van de hoekpunten (AC, MC, IC en DC) heeft hij de volgende visie.

De ascendant informeert ons over het wat, de descendant over het waarvoor, het IC over het hoe en het MC over het waarom van het doel van de levensweg in onze horoscoop.

De plaatsing van de andere factoren en de daarbij behorende waarden moeten ons ondersteunen in het vinden van antwoorden op deze vragen.

Met betrekking tot bovenstaande werd ik verrast door een bepaalde opvallende synergie tussen de horoscoop van Rudhyar en die van mezelf.

De Maan in mijn horoscoop staat op dezelfde 14e graad Boogschutter als zijn ascendant, terwijl Uranus in mijn horoscoop conjunct zijn Pluto op de 10e graad Tweelingen staat, Mijn Mercurius staat op zijn Noordknoop op de 22e graad Vissen.

Opvallend is de uitleg van de 10e graad Tweelingen, namelijk “een vliegtuig voert een duikvlucht uit”. Zwaartekracht is de universele bindende kracht in de stoffelijke wereld en de plaatsing van Pluto op deze graad in de radix van Rudhyar verklaart waarom hij het belang van meerdere vormen van zwaartekracht als universele bindende factor zag.

Voor mij is de plaatsing van Uranus op deze graad een boodschap om deze inzichten opnieuw onder aandacht te brengen.

Het symbool van de 14e graad Boogschutter is  “ een Sfinx en piramides staan als overblijfselen van een glorieus verleden”. Dit symbool verwijst naar “seed” mensen uit eerdere cycli van ons bestaan, die archetypische kennis bewaren tot de overgang naar nieuwe ontwikkelingen in de menselijke evolutie. (zie [4] Rudhyar “Astrologische mandala” pagina 268). Rudhyar was zo’n seed mens, ik voel me emotioneel gecommit.

Het symbool van de 22e graad Vissen: “een profeet die de tafels van de nieuwe wet draagt gaat langs de hellingen van de berg Sinaï naar beneden”. Het is de opdracht om bijzondere inzichten die men zich bewust is geworden op een alledaags niveau van bestaan te brengen.

De Noordknoop heeft Rudhyar de uitdaging gegeven zich hier op te storten en uit te dragen. Mijn Mercurius geeft me de opdracht deze inzichten verder uit te dragen.

Rudhyar hoopte dat zijn ideeën konden bijdragen aan een beter begrip van ons bestaan en voor de mensheid tot nieuwe inzichten gericht op een wereld levend in harmonie met kosmische principes en waarin zowel geestelijke als milieu vervuiling wordt vermeden en waarin een samenleving ontstaat die is aangesloten op het onuitputtelijke voeding van onze oerbron.

Hij was bevreesd dat zijn ideeën in de vergetelheid zouden raken, maar gelukkig zijn er al een aantal belangrijke astrologen zoals Ruperti, Merriman, Hoen en Fallon die zijn ideeën hebben opgepikt en daar verder uitwerking aan hebben gegeven.

Waar Ruperti zegt “Rudhyar heeft mijn leven verrijkt en mijn begrip ervan gevoed”, hoop ik dat ook anderen eenzelfde inspiratie zullen ervaren.

Als praktiserend astroloog kan ik de woorden van Ruperti al bevestigen. Wanneer en waar ik de gelegenheid krijg zal ik deze ideeën verder uitdragen. Ook pas ik de ideeën van Rudhyar, over de waarde van de horoscoop als indicator van de volledige potentie van het individu, toe in mijn eigen leven en mijn astrologische praktijk en dat niet alleen vanwege de synastrie tussen onze horoscopen. Het is vooral de overtuiging van de juistheid van zijn ideeën die me drijft ze onder aandacht te brengen en toe te passen.

Bibliografie

Hoen, Joyce                        (2004): Transits als spiritueel groeiproces

Merriman Raymond            (1991): Evolutionary astrology, the journey of the soul through states of

consciousness

Rudhyar, Dane            (1991) : The astrology of personality (first published in 1936)

Rudhyar, Dane            (1970) : The Planetarization of consciousness

Rudhyar, Dane            (1973) : An astrological mandala, the cycle of transformation

and its 360 symbolic phases

Rudhyar, Dane            (1975) : The Galactic dimension of astrology, the sun is also a star

Ruperti, Alexander            (1978) : Cosmic cycles of becoming

Whitfield, Peter            (2001) : Astrology a history

Website Centre for Humanistic and Transpersonal Astrology (CHTA)

Article from Alexander Ruperti

Astrobiografie Antoine Saint Exupery

Door: Jan C. Weber

Antoine de Saint-Excupery (1900-1944)

Verantwoording

Ooit in mijn leven heb ik 2 boeken gelezen van Antoine de Saint Exupéry. Het leek puur toeval hoe “De kleine Prins” en “Nachtvlucht” in mijn leven waren gekomen. “De kleine Prins” kwam ik op het spoor, toen ik een cadeau voor een goede vriend zocht en ik er gelijk voor mezelf ook maar een exemplaar van kocht. En “Nachtvlucht” toen mijn jongste dochter voor haar eindexamen een boekenlijst moest samenstellen waar dit boek op stond. Het intrigeerde me, ik kocht het boek en het heeft me nooit meer losgelaten. Nog steeds heb ik een droom om ooit naar Patagonië te reizen, waar een groot deel van het boek zich afspeelt. Toen ik later in het kader van de opleiding astrologie een astrobiografie moest schrijven, wist ik zo snel niet over wie het zou gaan, maar in de boekhandel werd dat snel duidelijk. Er stond een biografie over St Exupéry en het besluit was snel genomen.

Deze boeken blijken achteraf zijn meest autobiografische werken te zijn. En erg treffend is dat in beide werken de piloot verongelukt en verdwijnt in het niet. Dat blijkt een verbluffende parallel te zijn met de feitelijke afloop van het leven van Antoine de Saint Exupéry. Hij verdwijnt op een verkenningsvlucht aan het einde van de 2e wereldoorlog. Zijn lichaam en toestel zijn nooit gevonden. Naast het feit dat het werk van Saint Exupéry me altijd al erg heeft geboeid, intrigeren bovenstaande feiten me dermate, dat ik met behulp van de astrologie hiervoor een verklaring wil vinden. Maar tijdens het lezen van zijn biografie (geschreven door Paul Webster) kwam ik nog vele andere thema’s tegen, die ik eveneens astrologisch heb proberen te duiden. In de uitwerking geef ik eerst een korte samenvatting van zijn levensloop. Daarna geef ik per thema de astrologische duiding.

Korte levensbeschrijving

Antoine de Saint-Exupéry is geboren op 29 juni 1900 om 9:06 GMT in Lyon in Frankrijk, in een streng katholiek maar ook aristocratisch geslacht, als de middelste in een gezin met 5 kinderen. Hij is daarin de oudste zoon.   Zijn jeugd brengt hij door op het landhuis van de familie in Saint-Maurice 50 km buiten Lyon.  De omgeving is daar erg natuurlijk. De belangrijkste opvoeders zijn een gouvernante en zijn moeder.

Zijn vader overlijdt plotseling op 14 maart 1904. De gedwongen verkoop van dit huis in 1932 beschouwt hij dan ook als een groot verlies.   Zijn moeder is erg cultureel, daarom wordt daaraan in de opvoeding veel aandacht besteed. Zijn moeder stelt nogal veel eisen aan schoonheid, ook aan zichzelf, vooral om als vrouw perfect te zijn. Dit gegeven heeft veel invloed gehad in het leven van Saint Exupéry, en vooral op zijn problemen in relaties met vrouwen. De ergste straf die zijn moeder hem kon aandoen is, hem zonder omhelzing naar bed te sturen. (zie ook in laatste brief die hij voor zijn dood aan zijn moeder stuurt). Familie en vrienden hebben altijd een belangrijke betekenis voor hem gehad. Hij heeft al in zijn jeugd een passie voor schrijven. Een aantal voorbeelden van werkstukken op school geven daar duidelijk blijk van.   Zijn oom en grootvader, die voogd zijn geworden na het overlijden van zijn vader, sturen hem op 7 oktober 1909 naar een door Jezuïten geleide militaire school. Deze periode heeft hij als erg onprettig ervaren. Omdat de resultaten op school sterk te wensen overlaten komt er van een militaire carrière overigens weinig terecht.  

Tijdens een korte vakantie thuis in 1912 maakt hij zijn eerste pleziervlucht, en begint daarna door steeds lessen te nemen zijn vliegervaring op te bouwen. In 1914 en 1915 krijgt hij een zeer slechte verstandhouding met zijn grootvader en verbreekt de relatie met hem. Het overlijden van zijn jongere broer François in 1917, beschouwt hij als een les in het aanvaarden van het noodlot.   In het begin van de eerste wereldoorlog is hij te jong om te worden ingedeeld in het leger. Tegen het einde van de oorlog is er sprake van dat hij naar het front zal worden gestuurd. Op de dag waarop dat ook werkelijk zal gebeuren, wordt de wapenstilstand, die een einde maakte aan deze oorlog, afgekondigd.   Na de oorlog vervult hij zijn militaire dienstplicht. Hij wordt ingedeeld bij een jachteskader van de luchtmacht. Op 18 juni 1921 maakt hij daar zijn eerste solovlucht.
Zijn eerste ongeluk vindt plaats in januari 1923. Hij stort dan neer bij een landing met een watervliegtuig op zee, maar komt er met een nat pak vanaf.   Zijn eerste liefde betreft Louise de Vilmorin, in de herfst van 1923 maakt deze een einde aan de relatie, Antoine in verdriet achterlatend.   In de periode van 1926-1932 werkt hij voor een luchtpostlijn, de eerste periode in West Afrika, in 1929 gaat hij naar Zuid-Amerika. Op 12 april 1931 trouwt hij met Consuelo, een Zuid-Amerikaanse weduwe. Dit huwelijk was niet bijster gelukkig, deels door de grotere passie van Antoine voor vliegen, en deels door een chronisch geldgebrek. Hoewel in 1938 de scheiding wordt uitgesproken, blijft de passie van Antoine voor Consuelo altijd aanwezig. Zo moet hij in 1935 gedwongen verhuizen omdat de rekeningen niet meer betaald kunnen worden.   Zijn vliegcarrière wordt getroffen door vele ongelukken, die hij soms op een wonderbaarlijke manier overleeft. Daarbij heeft hij een opvallende drive om steeds lange afstand vliegrecords te willen verbeteren.

Opvallende voorvallen tijdens zijn werk bij de luchtpost:
– Bewaken van een verlaten basis in de Sahara (Kaap Juby) tegen bendes.
– Grote nonchalance waardoor veel bijna ongelukken en ongelukken gebeuren
– Ontwikkeling volwassenheid (juli 1928) waardoor hij bedrijfsregels ging negeren en problemen kreeg met superieuren.

In de 2e wereldoorlog was hij oorlogsvlieger. Voor zijn gevaarlijke verkenningsvluchten aan het begin van de 2e wereldoorlog krijgt hij in 1940 het Croix de Guerre.   Naast zijn bezigheden als schrijver heeft hij een grote passie voor de luchtvaart. Hij wordt gedurende zijn leven al bekend als gewaardeerd auteur. Hoewel zijn werk niet erg omvangrijk is (in totaal nauwelijks 1000 pagina’s) is hij de best verkochte Franse auteur geworden.

Zijn belangrijkste werken zijn:
Courier Sud (1929)
Nachtvlucht (1931)
Terre des Hommes (1939)
De kleine Prins (1942)
Pilot de Guerre (1942)

Voor ‘Nachtvlucht” ontving hij de Prix Feminin in 1931. Na de verschijning van dit boek kreeg hij vooral van zijn collega’s vliegenier kritiek te verduren, die hij zo onrechtvaardig achtte,  dat hij gedurende langere tijd het schrijven liet voor wat het was. Antoine had het boek geschreven als een hommage aan het heldenwerk van zijn collega’s en voelde dit als een dolksteek in de rug. “Terre des hommes”, dat ook in de USA verschijnt, brengt hem de meeste roem. In Frankrijk krijgt hij bij de Academie Française de “grand prix du roman” en in de USA ontvangt hij in 1941 de National Book Award.

“De kleine Prins’, zijn meesterwerk, heeft als thema het wegvallen van zekerheden uit de jeugd, en het betreden van de wereld der volwassenen. Antoine heeft dit zelf altijd als een groot mysterie beschouwd en de logica in de wereld van volwassenen nooit kunnen begrijpen. In “De kleine Prins” waren ook zijn ervaringen met wilde dieren uit Cap Juby verwerkt en de wonderbaarlijke redding na een vliegongeluk in de woestijn. Antoine staat daarin zelf model voor zowel het kind als voor geïsoleerde piloot. Ook de relatie met Consuelo wordt via de roos die de kleine Prins een jaar “beschermd” achterlaat op een bijzondere manier weergegeven. Hij heeft ongetwijfeld haar eenzaamheid tijdens zijn lange afwezigheid als vliegenier gevoeld. Het boek eindigt met het verdwijnen van de kleine prins. De voorspelling “Het zal lijken dat hij dood is, maar dat zal niet waar zijn”, lijkt op een voorspelling voor zijn eigen dood. De thema’s initiatie, ontdekking, transformatie, verbondenheid en terugkeer naar de bron lopen als een rode draad door dit sprookje voor volwassenen. Het boek is in feite ook een appel om dat innerlijk kind in je dat in de wereld der volwassenen steeds wordt weggestopt, toch te voeden en naar buiten te laten treden.

Adembenemende avonturen komen in zijn werk weinig voor. Hij is daar te bescheiden voor en kan in dat soort thematiek te weinig spiritueel verheffende elementen kwijt. In zijn boeken zijn de thema’s leven en dood in relatie tot het vliegen verweven. Het lijkt dan ook geen toevalligheid dat het noodlottig einde van de vlucht in zijn boek “Vol de Nuit” bijna net zo veel raadsels oproept als zijn eigen dood. Dat hij naast het schrijven ook films heeft geregisseerd is minder bekend. De door hem geregisseerde film “Atlantique”, uit 1936 is echter ook een groot succes.   In 1941 constateert Antoine met droefheid dat allen die de route naar West Afrika en Zuid Amerika als piloot mede tot stand hebben gebracht inmiddels zijn overleden. Zijn brieven vanaf dat moment geven uiting aan zijn doodswens en een spirituele hergeboorte. Hij verdwijnt op de laatste julidag 1944 als oorlogsvlieger, ergens bij het passeren van de Middellandse Zee kust ter hoogte van Nice. Er wordt nooit iets gevonden dat deze verdwijning kan verklaren.

ASTROLOGISCHE DUIDING


Algemeen   In de radix horoscoop staat de Zon in Kreeft in het 11e huis oppositie Saturnus (Zon is heer 12, Saturnus is heer 5). Zijn Asc. is 4:26 Maagd. De Maan bevindt zich op 4:31 Leeuw in 11.
Opvallend is dat alle horoscoopfactoren in 3 huizen zijn geplaatst (het 4e huis met Jupiter, Saturnus en Uranus, het 10e huis met Mars, Pluto en Neptunus, en een stellium in het 11e huis met Zon, Venus, Mercurius en Maan).
Dit gegeven maakt duidelijk dat vrienden, herkomst en maatschappelijke positie belangrijke elementen zijn. Andere belangwekkende elementen zijn de oppositie van Jupiter CN Uranus in 4 met Mars CN MC in 10, (die behoefte geeft om zich sterk in het openbaar te manifesteren) samen een halve vlieger vormend met de Maan-Mercurius conjunctie in Leeuw in 11. Deze conjunctie vormt de basis voor zijn gevoelvolle, idealistische manier van schrijven.   Vooral ook is de Yod figuur van Saturnus als Apex planeet in 4 met Mars in 10 en Mercurius (conjunct Maan) in 11 opvallend , waarbij Saturnus OP Zon en Neptunus (tetradische Yod). De uiting van deze figuur in het ik (Zon) wordt sterk idealistisch gekleurd door Neptunus. De stijl van uiten die in zijn werk is terug te vinden valt hier volledig door te verklaren evenals zijn neiging lange afstandsrecords te willen vestigen, in de publiciteit te willen komen, maar de kritische kanttekeningen emotioneel niet aan te kunnen. Gevolg hiervan is dat hij altijd een probleem heeft gehad met autoriteit (Saturnus) in zijn leven. Zijn energie (Mars), gevoel (Maan) en rede (Mercurius) worden daardoor niet ingekaderd. Dit is in elk geval een verklaring voor het soms nonchalante vertrouwen vanuit het gevoel en rede (Conjunctie Maan met Mercurius) en onverantwoordelijk gedrag dat hij tijdens het vliegen meermalen aan de dag legde. Ook valt zijn indirecte rebellie tegen het gezag (Saturnus) met een wegvluchten vanuit het eigen ik naar ideële werelden hier goed uit te verklaren. Zijn “Le petit Prince” is een werkelijk toonbeeld van de uiting van deze Yod. We zien dus dat Yod’s ook tot verbluffende intellectuele staaltjes kunnen leiden. Alleen de eigenaar van de Yod is er meestal niet zo blij mee (gedurende zijn leven).

De vader
Toen hij bijna 4 jaar was overleed zijn vader. Op dat moment stond Uranus-t CN Saturnus-r en OP Zon-r, en
Neptunus-t in 10e huis OP Saturnus-r en Uranus-t.
Antoine heeft dit ongetwijfeld als een plotseling verdwijnen uit zijn leven ervaren.

De moeder
De moeder is voor St Exupéry altijd erg belangrijk en een groot voorbeeld geweest. Met de Maan in 11 in Leeuw is er behoefte aan een gevoelvolle creativiteit. Deze werd door zijn moeder ook sterk gestimuleerd.
De spanning tussen de oppositie Uranus CN Jupiter met Mars CN MC werd overbrugd in de halve vlieger door de Mercurius-Maan conjunctie. De Maan draagt ook  bij aan een geïdealiseerde uiting van de ervaren werkelijkheid in zijn activiteiten.   Saint Exupery als echtgenoot en vader Venus is in zijn radix niet geaspecteerd en loopt retrograde. Dit geeft een verklaring voor de moeite die hij had om relaties aan te gaan en in stand te houden. Hij trouwt op 12 april 1931 met Consuelo.  Antoine heeft dan Neptunus-t (heer 7) CN AC, en Venus-t in Vissen in 7, Ten tijde van het huwelijk met Consuelo, was Venus-pr nagenoeg conjunct Zon-r en ging Venus-pr weer direct lopen. Saturnus is heer 5, omdat deze ook de apex planeet is in de eerder beschreven tetradische Yod, voelt hij zich volstrekt onzeker in een rol als huisvader (ook OP Zon en Neptunus). Hij heeft er ook gewoon geen zicht op. Dat verklaart ook het feit dat hij nooit de verantwoordelijkheid is aangegaan voor kinderen.

Saint Exupery als schrijver
Saint Exupéry stond bekend als een perfectionistisch schrijver. Het resultaat van deze boeken kwam pas na een zeer intensief proces tot verbeteren van de taal tot stand. Zijn schrijfstijl gaf uiting van een grote nauwkeurigheid (Maagd op AC) en schoonheid en een diepe emotionele kracht. Adembenemende avonturen komen in zijn werk weinig voor door zijn bescheidenheid (Zon, Venus en Mercurius in Kreeft in 11, en Maan in Leeuw in 11) en het feit dat hij er te weinig spiritueel verheffende (Uranus en Jupiter in Boogschutter) elementen in kwijt kan. Het derde huis wordt gedomineerd door Schorpioen. Dat verklaart de diepe emotionele kracht. De heerser van 3 Pluto in 10 in Tweelingen heeft daarbij ook nog eens de behoefte die diepe emotionele kracht op een verborgen manier naar buiten te brengen (het sprookje). De gevoelsmatige en idealistische inhoud (vooral in Le Petit Prince) wordt verklaard door de betekenis van de conjunctie Maan Mercurius in de Yod en de halve vlieger. In de Yod geeft het uiting aan de onzekerheid. In de halve vleiger is het de weg waarlangs hij zijn behoefte aan publieke manifestatie kiest en kleur kan geven. Zijn debuutwerk  ‘Courier Sud ‘ verschijnt in 1929. Jupiter-t is dan CN MC en Jupiter-pr is dan juist direct gaan lopen. Daarnaast loopt Saturnus-t CN Saturnus.
Al deze aspecten geven een verklaring voor de behoefte naar buiten te treden. Ook is Maan-pr CN Zon-pr in Kreeft in 11 (progressieve nieuwe maan) hetgeen een verklaring geeft voor een vernadernde inhoud aan zijn levenswerk (het schrijven in plaats van het vliegen).

Vol de Nuit (1931) krijgt de Prix feminin in 1931 Dit boek was gebaseerd op eigen ervaring en een 18 urige non-stop vlucht van Patagonië naar Montevideo. Ondanks veel lof was hij na de publicatie onaangenaam verrast door sommige negatieve reacties, die voor hem aanleiding waren jarenlang niet meer te schrijven. Op dat moment loopt Neptunus-t over het AC.   Voor ‘Terre des Hommes” (1939) kreeg hij de “grand prix du roman” en in Amerika de “National Book Award”. Dit werk was eigenlijk zijn grote doorbraak en zorgde er voor dat zijn grote financiële problemen werden opgelost.   Zijn meesterwerk was ongetwijfeld het prachtige sprookje “Le petit Prince”. Dit boek verscheen in 1942 in de periode dat hij zijn lust in het leven al bijna verloren had. In deze periode liep Maan-pr OP Zon-pr (progressieve Volle Maan).
Zijn laatste boek ‘Pilot de Guerre ‘ een soort ooggetuige verslag van zijn belevenissen als oorlogsvlieger verscheen eveneens in 1942.

Saint Exupery als vliegenier en oorlogsvlieger
Met Uranus heer 6 in het 4e huis, valt de ambitie in luchtvaartkringen actief bezig te zijn en het vliegtuig ook daadwerkelijk zijn huis te maken, uitstekend te kunnen worden verklaard, evenals zijn neiging tot zelfstandig optreden. De conjunctie van Uranus met Jupiter maakt deze ambitie nog grootser.   De plaatsing van radix Uranus en Jupiter in Boogschutter geeft ook een verklaring voor het feit dat zijn werkzaamheden in de luchtvaart zich ver van huis (Boogschutter op 4) afspeelden en vaak tot erg avontuurlijke situaties (Uranus in 4) leidden.   De oppositie Zon met Saturnus voorspelt dat hij regelmatig tot conflicten met zijn superieuren zal komen, iets dat zich ook feitelijk voordeed. De oppositie van Mars (in Tweelingen) met Uranus geeft aanleiding te veronderstellen dat hij in veel gevaarlijke situaties kan terechtkomen. Mars CN MC geeft aan dat hij daarbij regelmatig uit de hemel zal kunnen vallen hetgeen ook feitelijk gebeurde. In januari 1923, bij zo’n ongeval met goede afloop liep Mars-t naar het 8e huis. Venus (heer 3) CN Jupiter (heer 4) liep in 3e huis. Op 30 december 1935, eveneens een ongeval met goede afloop, liep Mars-t halfvierkant Saturnus en Uranus-t DH Saturnus. In februari 1938 heeft hij een ongelukt in Guatemala en werd weer als door een wonder gered. Mars-t liep toen conjunct het MC.   De oppositie van Jupiter-Uranus met Mars en Uranus met Pluto geeft weer dat de oorlogsvliegerij en vooral ook de verkenningsvluchten zeer goed bij Saint Exupéry passen.   In 1941 krijgt Saint Exupéry het Croix de Guerre in verband met zijn verdiensten als verkenningsvlieger. Saturnus-t is dan CN MC.

De laatste vlucht

De solaar van 1944 geeft een macaber beeld van hetgeen zich een maand later op de laatste julidag 1944 zal afspelen. Pluto (leven en dood) staat dominant vierkant op de Ascendant. In het 3e huis is er een stellium van Zon, Mercurius, Venus, en Saturnus allen conjunct. Dit stellium maakt een vierkant met de conjunctie Neptunus Maan in het 6e huis. Verder staat Mars conjunct heer 8 (Jupiter) halfvierkant de Zon. Op de dag dat hij verdwijnt (31 juli 1944) staat ook Neptunus-t VK op Zon-r en Saturnus-r en Mars-t VK Uranus-r en Maan -pr VK Uranus-r, Mars-pr OP Saturnus-r.

Naschrift:

Op 7 april 2004 vernam ik dat het vliegtuig waarmee Alexandre de St Exupéry verongelukte eindelijk is teruggevonden. Er waren al eerder (6 jaar daarvoor) aanwijzingen dat er ter plekke iets zou kunnen worden gevonden, omdat er een sieraad met de naam van St Exupéry gevonden was. Deze vondst werd echter niet serieus genomen en de vinder, een visser, werd verdacht van het in scène zetten van de vondst. Uiteindelijk bleken de brokstukken al door een duiker gevonden te zijn in 2000. Doordat de toestemming van de autoriteiten om de brokstukken boven water te halen lang uitbleef, heeft identificatie nog lang op zich wachten. De vondst van een staartstuk met het identificatienummer van het toestel 2734L bevestigde dat het om het toestel van St Exupéry gaat. De oorzaak van de crash blijft onduidelijk, ook van de stoffelijke resten werd niets gevonden.

Ik ben daarop nagegaan of er iets bijzonders m.b.t. transits of progressies op de geboortehoroscoop van St Exupéry viel waar te nemen en tref daarbij de volgende bijzonderheden aan.  Het progressieve MC blijkt in april 2004 nagenoeg conjunct de ascendant in de radix te lopen, terwijl de Noordknoop in progressie conjunct Jupiter loopt. Je zou dit als volgt kunnen duiden: “de verblijfplaats wordt onthuld”.

Verder loopt Uranus transit over de descendant:  (het vliegtuig komt “boven water”),  loopt transit Jupiter (heer 4 onderschept) transit vierkant de Noordknoop (“toevallige” ontdekking van de verborgen “woning”)  en loopt transit Saturnus conjunct Zon (Autoriteit staat toe dat, hetgeen verdween, wordt geïdentificeerd). En dat alles op het moment dat Mercurius (heer 1 en heer 10) in Stier retrograde gaat lopen: berichtgeving over hetgeen zich eerder voor heeft gedaan en een driehoek maakt met de radix Saturnus. (Autoriteit begunstigt communicatie over de uitkomsten van het onderzoek).