Dane Rudhyar’s bijdrage aan de astrologie
Inleiding
Gedurende de vele jaren dat ik astrologie bestudeer en beoefen, kwam ik regelmatig het werk van Dane Rudhyar tegen. Elke keer opnieuw werd ik geraakt door zijn ideeën. Naarmate ik zijn werk vaker tegenkwam en probeerde er een beter begrip van te krijgen, trokken de volgende zaken mijn aandacht:
- Het theoretische kader dat hij gebruikt voor de uitwerking van zijn ideeën;
- Het filosofisch fundament achter deze ideeën;
- De parallel met andere ontwikkelingen in de wetenschap;
- Het relatief beperkt aantal mensen dat vervolgens iets met zijn ideeën heeft gedaan.
De eerste keer dat ik het werk van Rudhyar tegenkwam, was tijdens mijn studie astrologie bij het CHTA (Centrum voor Humanistische en Transpersoonlijke Astrologie), maar toen was ik me niet bewust van zijn ideeën.
Later schafte ik de astrologische mandala aan en begon die steeds vaker te gebruiken bij mijn astrologische interpretaties. Langzaam groeide mijn inzicht in het belang van zijn bijdrage aan de astrologie, maar ik werd me dat pas echt bewust toen ik voor mijn studie aan de Faculty of Astrological Studies (FAS) in de UK een werkstuk moest maken over een belangrijk onderwerp met historische invloed op de ontwikkeling van de astrologie.
Tussen de aangereikte opties stond ook Dane Rudhyar en al snel besloot ik me verder in zijn werk te verdiepen.
Eerder had ik al kennis gemaakt met de ideeën van de humanistische benadering van de astrologie uitgewerkt door Alexander Ruperti, Raymond Merriman en Joyce Hoen. De door hen gehanteerde benadering, dat de horoscoop een representatie is van een uniek kosmisch energiepatroon, dat kenmerkend is voor de uitdaging voor elk individu op zijn levensweg spreekt me erg aan. Het werd me geleidelijk duidelijk dat al deze personen hun ideeën hadden gebaseerd op het werk van Rudhyar en zo werd ik me bewust van het belang van zijn werk.
Een eerste probleem was om aan zijn werk te komen. Er blijkt nauwelijks werk in Nederland en zeker niet in een Nederlandse vertaling beschikbaar te zijn. Ik vroeg dus mensen om me heen om advies en kreeg al snel een aantal waardevolle tips.
De eerste tip kreeg ik van een lid van de astrologische vereniging waar ik lid van ben.
Ik vertelde dat ik bezig was een studie te maken van de bijdrage Rudhyar aan de astrologie.
Ze had “the Planetarization of consciousness” in haar kast staan en bood me dat te leen aan.
Toen ik, nadat ze me het had gegeven, thuis kwam, sloeg ik het boek belangstellend open op pagina 334 en daar werd ik getroffen door de volgende tekst:
“The word plenitude, well known in all European countries, has nearly the same meaning as “fullness”, but it is used almost exclusively with reference to an inner state of human or divine being and consciousness. The Greek term, pleroma, is related to it, and I have used this term, pleroma, to indicate a condition of existence in which the most complete plenitude of being and consciousness is experienced – a truly “divine” state, the omega state”. Het begrip “plenitude” zou ook omschreven kunnen worden als “vervuld van spiritualiteit”.
Deze tekst trof me, omdat ik het bedrijf dat ik in 1994 startte “Omega MC” heb genoemd en nog meer door het feit dat ik indertijd, door een communicatiefout tussen mij en mijn zoon, mijn email adres bij toeval “omegahighlighter” heb genoemd.
Op die momenten heb ik nooit beseft dat ik ooit, een jaar of 12 later, een werkstuk zou schrijven, waarin ik de ideeën van Rudhyar zou uiteenzetten en toelichten.
Ik had indertijd de naam Omega bewust gekozen als uitgangspunt voor onze dienstverlening “het bieden van adviezen van een zo hoog mogelijke kwaliteit en toegevoegde waarde voor de opdrachtgevers”, waarbij de alpha voor de aanvaarding en de omega voor het uiteindelijke resultaat staat.
Omdat ik de gewoonte heb toevalligheden te beschouwen als bijzondere geschenken met grote waarde, die aanwijzingen bevatten voor mijn levensweg, werd het voor mij vanzelfsprekend het werk van Rudhyar te leren begrijpen en verder uit te dragen.
Rudhyar, zijn filosofie en zijn invloed op de astrologie.
Rudhyar
Dane Rudhyar werd in Parijs geboren op 23 maart 1895 als Daniel Chenneviere.
In de eerste fase van zijn leven hield hij zich met diverse artistieke uitingen en vooral met het componeren van muziek bezig.
Al op zijn 16e was hij zich bewust van het cyclische gedrag van de tijd en de invloed daarvan op het leven en beschavingen in al zijn aspecten van bestaan.
Hij was van mening dat Europa aan de vooravond van de 1e wereldoorlog in de herfst van zo’n cyclus terecht was gekomen en vond dit geen goede voedingsbodem om zijn “seed ideas” te laten ontkiemen. Hij zocht naar een omgeving waar de omstandigheden voor het ontkiemen van een nieuwe visie beter waren en verhuisde daarom in 1916 naar de US, waar hij ook de naam Rudhyar (genoemd naar de Hindu god Rudra, bekend als vernietiger en regenarator en als de transformerende energie) aannam.
Hij werd beïnvloed door de ideeën van onder andere Helen Blavatsky (theosofie) , Wadia (theosofie), Jung (psycho analyse) en Jan Smuts (filosoof, holisme, grondlegger van de systeemleer).
Hij leverde onder andere een bijdrage aan een aantal astrologische tijdschriften, waarin hij zijn nieuwe ideeën kon publiceren. Vervolgens begon hij zijn filosofie en ideeën verder uit te werken en vast te leggen in een serie indrukwekkende boeken (een deel van zijn werk is opgenomen in de bibliografie aan het eind van dit artikel).
Rudhyar’s filosofie
Rudhyar’s heeft zijn filosofie gebaseerd op een aantal metafysische ideeën.
Deze heeft hij o.a. vastgelegd in zijn boek “The Planetarization of consciousness”.
Deze filosofie is vooral gebaseerd op het cyclisch gedrag van de tijd, op heelheid, ziel, geest en reïncarnatie.
Hij dringt aan op een nieuwe maatschappij met een groeiend bewustzijn voor kosmische krachten, die in staat is deze krachten te doorgronden en in nieuwe visies toe te passen, ter vervanging van de huidige maatschappij die aarde en ruimte vervuilt.
Hij refereert daarbij aan de relatie tussen de ontwikkeling van het menselijk bewustzijn, het menselijke begrip van de astronomische omgeving en de daarmee samenhangende ontwikkeling van astrologische concepten.
Hij verklaart het belang van de moderne wetenschap van zijn tijd (de ideeën van o.a. Marie Curie, Max Planck en Albert Einstein om tot een niet materiele visie van het universum te komen) als een projectie van de menselijke behoefte. Hij legt relaties tussen de structuur van atomen en melkwegen als voorbeeld van het Hermetisch principe “zo boven, zo beneden”.
Hij ontwikkelt nieuwe dimensies van de werkelijkheid in zijn metafysisch concept gebaseerd op de ideeën van Jan Smuts (“wholes”).
In dit concept staan gedefinieerde entiteiten (wholes) centraal, deze wholes kunnen, op basis van bepaalde typische kenmerken die voor al deze entiteiten hetzelfde zijn, worden gegroepeerd in steeds andere ordeningen. Rudhyar noemt dit een holistische benadering en gebruikt het woord “interpenetration” om de onderlinge samenhang tussen de onderdelen (wholes) van zo’n groter geheel uit een te zetten.
Dit concept gebruikt hij ook om de relatie tussen mens en heelal te verklaren.
De mens zou zichzelf moeten beschouwen als een functioneel deel van het heelal.
De onderlinge verbondenheid met de bron van alles, het galactisch centrum is daarbij essentieel.
Deze benadering impliceert de noodzaak van het bestaan van een uniek alles omvattend geheel (whole) met een onuitputtelijke potentie, als bron voor alle activiteiten uit te voeren door entiteiten binnen dit geheel.
In zijn boek “The Sun is also a star” definieert Rudhyar een kosmische orde bestaande uit 5 dimensies. In deze orde herkennen we ons zonnestelsel en alle melkwegen en universa om ons heen als de 3e dimensie. Hij noemt daarin de 4e dimensie “relatedness”. In deze dimensie is de aanwezigheid van zowel vorm op fysiek als geestelijk niveau nodig. De 5e dimensie noemt hij “Space” zijnde de wil om aan de wortel van alle vormen van bestaan te zijn.
Op het niveau van “Space” bestaat alleen beweging en verandering en deze beweging wordt beschreven als het cosmogenische proces (scheppend proces), en een catacosmisch process (van inademing) dat alles samentrekt in een enkel bijna dimensieloos punt.
Het cosmogenische proces vindt plaats in het witte gat, waar een nieuw heelal wordt geboren, het catacosmische proces vindt plaats in het zwarte gat, waar universa en melkwegen ophouden te bestaan, De creatieve kracht wordt yang genoemd en de opruimende kracht wordt yin genoemd. Beide processen herhalen zich tot in het oneindige en zijn vergelijkbaar met geboorte en dood op ons biologische niveau, maar ook met de cyclus van creatie van ideeën die geboren worden en tenslotte weer overbodig worden.
Samen met de andere sterren, universa en melkwegen maakt ons zonnestelsel deel uit van een enorm geheel en als zodanig is elk onderdeel ervan betrokken bij een min of meer harmonisch samenspel van krachten.
De idee van “wholes”, samengesteld uit een groot aantal kleinere “wholes”, maar tegelijkertijd ook deel uitmakend van grotere “wholes” en samen een oneindig samenspel van “wholes” vormend, die allen met elkaar in verbinding staan, is afgeleid uit deze denkwijze.
In zijn boek “Astrology of personality” (voorwoord bij de 3e editie, pagina xiv) licht Rudhyar de rol van de mensheid met betrekking tot zijn gebruik van het begrip personality toe.
Daarover zegt hij:
“Personality, in the largest sense, is the organic whole in which the psychological and psycho mental natures of man are progressively integrated. Therefore it represents the wholeness of the human being as a microcosm; man as a whole solar system operating on the background of, and in constant relationship to, the zodiac or the galaxy”.
En aldus legt hij het verband tussen zijn zienswijze en de mens.
Rudhyar beschouwt astrologie als een symbolische taal waarmee de potentie van het individu in samenhang met de kosmische cycli tot uitdrukking wordt gebracht.
In hetzelfde boek en voorwoord zegt hij:
“Astrology … is an art of life interpretation and it provides us with a technique for the development and fulfilment of personality. Its aim is to transform chaotic human nature into a microcosm”
en een paar regels verder:
“The goal of astrology is the alchemy of the personality. It is to transform chaos into cosmos, collective human nature into individual and creative personality”.
Volgens Rudhyars inzichten vertegenwoordigt de horoscoop de potentie van het individu dat gecreëerd werd op een uniek moment en een unieke plaats.
Een menselijk individu kan worden gezien als een eigen entiteit (“whole”) maar ook als onderdeel van grotere entiteiten (Wholes), zoals familie, land, .beroepsgroep, generatie en is op deze manier ondergeschikt aan de enige oneindige bron van pure potentialiteit.
Aldus ontwikkelde Rudhyar zijn ideeën dat mensen niet alleen invloed ondervinden van de Zon , de Maan, en de nabije planeten, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus, maar ook vanuit meer veraf gelegen delen van ons zonnestelsel.
Hij ontwikkelt de visie dat de trans-saturnale planeten (Uranus, Neptunus en Pluto) deze invloeden belichamen en als zodanig bijdragen aan ons groeiend bewustzijn van heelal en melkwegen. In deze visie wordt afstand genomen van een beperkte heliocentrische visie (Rudhyar gebruikt het veelzeggende woord i-sol-ated) en ontstaat een werkelijk galactische visie op alle leven, vol bewustzijn van het onderdeel zijn van grotere gehelen (wholes).
De invloed van Rudhyar op de astrologie
Toen Rudhyar zijn ideeën ontwikkelde, was astrologie gebaseerd op het heliocentrische principe en werden alleen de planeten die met het blote oog zichtbaar waren beschouwd als van belang voor de astrologische interpretatie. Dat was tot op dat moment ook in overeenstemming met de interne beleving van de mens.
Zijn ideeën over een ware humanistische astrologie, gebaseerd op evolutionaire cycli met de horoscoop als een routeboek naar de toekomst om de immanente en niet eenvoudig te begrijpen opdrachten voor het leven uit af te leiden, zijn baanbrekend.
Zijn boek “The astrology of personality” voor het eerst uitgegeven in 1936, wordt beschouwd als de belangrijkste bijdrage aan de vernieuwing van de westerse astrologie.
Waar binnen de klassieke astrologie het individu blootgesteld was aan goede (benefic) en kwade (malefic) invloeden, waarop hij geen invloed kon uitoefenen of aan kon ontsnappen, ontwikkelt Rudhyar de visie dat alle horoscoopfactoren constructief zijn en bijdragen aan het groeiproces om het volle potentieel van het betrokken individu waar te maken.
Daar, waar het individu nalaat in overeenstemming met zijn potentie te leven, kan het gebeuren dat zaken worden rechtgezet om de het innerlijke groeiproces te bevorderen en het bereiken van de omega state mogelijk te maken.
In de klassieke astrologie worden alleen de planeten t/m Saturnus gebruikt om astronomische fenomenen astrologisch te interpreteren.
In “The galactic dimension of astrology” noemt Rudhyar de planeten tot en met Saturnus “planeten van het organisch functioneren”. Uranus, Neptunus en Pluto hebben een taak bij het loskomen van de materie en het menselijk ego, vooral om de transformatie te bevorderen.
Ook herdefinieert Rudhyar de functie van de klassiek planeten met behulp van zijn visie op het cyclisch gedrag van de tijd.
Hij stelt dat Mars, Jupiter en Saturnus de relatie van het organisme met andere organismes binnen eenzelfde “whole” moeten regelen en dat de Zon, Mercurius en Venus naar de interne functie van dat organisme verwijzen.
Uranus, Neptunus en Pluto hebben betrekking op de invloed van buiten ons zonnestelsel (de melkweg, het universum). Elk van deze planeten heeft een functie in de transformatie en transcendentie van het ego. Deze is gebaseerd op een zwaartekracht vanuit het galactisch centrum en weg van de Zon waaraan we direct zijn blootgesteld.
Dit vereist een verandering van onze loyaliteit van de Zon (het ego) naar het galactisch centrum.(eenwording van alles). Bewustwording is de sleutel om deze invloed te laten werken en die bewustwording wordt gevoed door het steeds terugkerende patroon van cycli van planeten die hun energie uitwerken op de unieke energetische blauwdruk van het individu (de geboortehoroscoop).
In astrologische termen verwijst de plaatsing van Uranus, Neptunus en Pluto naar processen en gebeurtenissen in iemands leven die als constructieve uitdaging naar transformatie kunnen worden beschouwd.
Uranus weigert de beperking opgelegd door Saturnus (Saturnus begrensd van nature) te accepteren en de belangrijkste functie is om het pad naar de kosmos open te houden.
Neptunus vertegenwoordigt de losmaking van materie, hetgeen vereist is voor een ieder die verlangt naar spirituele ervaringen.
Pluto eist van elk levend wezen om alles dat geen deel uit maakt van de eigen essentie, opzij te zetten. Pluto zuivert, maar meestal niet erg zachtaardig.
Pluto transits kunnen daarom ook gepaard gaan met transformatie van leven naar dood.
Uranus wordt in verband gebracht met visie en helderziendheid. Het onthult de essentie van alles. Neptunus geeft echte compassie en een soort heilig aanzien, het vergroot het bewustzijn en maakt het mogelijk al wat er is te nemen voor wat het is.
Uranus staat voor individualiteit, Neptunus daarentegen voor het collectieve en massabewegingen.
Venus en Mars benadrukken de dagelijkse individualiteit, Jupiter en Saturnus de collectiviteit.
Rudhyar is ook van mening dat het transformatieproces kan worden verklaard door de cyclische interactie tussen Uranus en Neptunus. Het geeft de relatie tussen geïnspireerde individuen en de gemeenschap inhoud.
De aard van deze relatie wordt duidelijk gemaakt door Pluto. Pluto heeft de neiging af te maken wat Uranus begon, vooral in dat deel van haar baan binnen de baan van Neptunus.
Uranus creëert nieuwe inzichten en om het goddelijke mogelijk te maken moeten de band met de aantrekkingskracht van de Zon worden vermindert.
Neptunus speelt een paradoxale rol, aan de ene kant van losmaking aan de andere kant van verbinding met een nieuw geheel. Het eerste is onvermijdelijk voor het laatste en om op een hoger niveau terecht te kunnen komen. Neptunus verwijst naar grootse dromen, dromen die de mensheid nodig heeft om zich te bevrijden en op te maken voor de glorieuze toekomst van de verbinding met de bron die ons verbind.
Zodra we bevrijd zijn door Uranus kunnen we uitvoerder worden van de Neptuniaanse droom. Pluto draagt hierin bij door zuivering. Volgens Rudhyar is dit de weg van de mens naar de vervulling en het bereiken van de omega-state.
In zijn werk “Een astrologische Mandala”gebruikt hij de Sabiaanse symbolen, ontwikkeld door Marc Edmund Jones en Elsie Wheeler, en brengt ze op een gestructureerde manier samen met het proces van bewust ontwaken van het individu. Dit ontwaken worden op gang gebracht door een leven in vol bewustzijn en begrip voor de betekenis van elk voorval als bijdrage op de weg naar vervulling.
Rudhyar vindt zelfverwezenlijking het belangrijkste doel voor een individu.
Hij vind astrologie een belangrijk hulpmiddel om talenten uiteen te zetten, sterkte en zwakten te begrijpen en hoe ermee om te gaan en het uiteindelijke levensdoel te vinden.
De astroloog speelt hierin een belangrijke rol, omdat juist hij als bewustmaker kan optreden en de verwerkelijking van de enorme potenties in elke horoscoop kan bevorderen door ze toegankelijk te maken voor de eigenaar.
Dit stelt ook eisen aan de rol die de astroloog moet spelen naar de cliënt en waarbij deze zeer bewust vooral kan ondersteunen bij de uitleg van gebeurtenissen als bijdrage op de weg naar de persoonlijke vervulling. Het doen van uitspraken over toekomstige gebeurtenissen moet volgens Rudhyar door de astroloog worden vermeden.
Tot besluit
Voor mij en mijn verdere ontwikkeling zijn de ideeën van Rudhyar erg belangrijk gebleken.
Vooral het feit dat zijn astrologie gebaseerd is op een metafysisch concept over het doel van ons bestaan in relatie tot een stelsel van “wholes” als universa, melkwegen en een en dezelfde alles verbindende bron, spreekt me erg aan.
Het geeft betekenis aan mijn leven en helpt me de dingen die gebeuren beter een plaats te geven.
Het helpt me de gebeurtenissen te begrijpen en de weg te vinden waarmee ik het volle potentieel van mijn horoscoop kan verwerkelijken.
Soms noemen we deze gebeurtenissen toevalligheden of serendipiteit.
Dit brengt me op een aantal andere bijzonderheden die ik tijdens het bestuderen van Rudhyar ontdekte. Rudhyar legt onder andere uit dat de astrologische mandala in relatie tot de horoscoop kan worden gezien als een afbeelding van de weg die we hebben te gaan en de route die we moeten volgen. Zijn uitleg van de symboliek van de mandala voor de graden in onze horoscoop waar we iets hebben staan, geeft daar een nadere toelichting op.
Over de symboliek van de hoekpunten (AC, MC, IC en DC) heeft hij de volgende visie.
De ascendant informeert ons over het wat, de descendant over het waarvoor, het IC over het hoe en het MC over het waarom van het doel van de levensweg in onze horoscoop.
De plaatsing van de andere factoren en de daarbij behorende waarden moeten ons ondersteunen in het vinden van antwoorden op deze vragen.
Met betrekking tot bovenstaande werd ik verrast door een bepaalde opvallende synergie tussen de horoscoop van Rudhyar en die van mezelf.
De Maan in mijn horoscoop staat op dezelfde 14e graad Boogschutter als zijn ascendant, terwijl Uranus in mijn horoscoop conjunct zijn Pluto op de 10e graad Tweelingen staat, Mijn Mercurius staat op zijn Noordknoop op de 22e graad Vissen.
Opvallend is de uitleg van de 10e graad Tweelingen, namelijk “een vliegtuig voert een duikvlucht uit”. Zwaartekracht is de universele bindende kracht in de stoffelijke wereld en de plaatsing van Pluto op deze graad in de radix van Rudhyar verklaart waarom hij het belang van meerdere vormen van zwaartekracht als universele bindende factor zag.
Voor mij is de plaatsing van Uranus op deze graad een boodschap om deze inzichten opnieuw onder aandacht te brengen.
Het symbool van de 14e graad Boogschutter is “ een Sfinx en piramides staan als overblijfselen van een glorieus verleden”. Dit symbool verwijst naar “seed” mensen uit eerdere cycli van ons bestaan, die archetypische kennis bewaren tot de overgang naar nieuwe ontwikkelingen in de menselijke evolutie. (zie [4] Rudhyar “Astrologische mandala” pagina 268). Rudhyar was zo’n seed mens, ik voel me emotioneel gecommit.
Het symbool van de 22e graad Vissen: “een profeet die de tafels van de nieuwe wet draagt gaat langs de hellingen van de berg Sinaï naar beneden”. Het is de opdracht om bijzondere inzichten die men zich bewust is geworden op een alledaags niveau van bestaan te brengen.
De Noordknoop heeft Rudhyar de uitdaging gegeven zich hier op te storten en uit te dragen. Mijn Mercurius geeft me de opdracht deze inzichten verder uit te dragen.
Rudhyar hoopte dat zijn ideeën konden bijdragen aan een beter begrip van ons bestaan en voor de mensheid tot nieuwe inzichten gericht op een wereld levend in harmonie met kosmische principes en waarin zowel geestelijke als milieu vervuiling wordt vermeden en waarin een samenleving ontstaat die is aangesloten op het onuitputtelijke voeding van onze oerbron.
Hij was bevreesd dat zijn ideeën in de vergetelheid zouden raken, maar gelukkig zijn er al een aantal belangrijke astrologen zoals Ruperti, Merriman, Hoen en Fallon die zijn ideeën hebben opgepikt en daar verder uitwerking aan hebben gegeven.
Waar Ruperti zegt “Rudhyar heeft mijn leven verrijkt en mijn begrip ervan gevoed”, hoop ik dat ook anderen eenzelfde inspiratie zullen ervaren.
Als praktiserend astroloog kan ik de woorden van Ruperti al bevestigen. Wanneer en waar ik de gelegenheid krijg zal ik deze ideeën verder uitdragen. Ook pas ik de ideeën van Rudhyar, over de waarde van de horoscoop als indicator van de volledige potentie van het individu, toe in mijn eigen leven en mijn astrologische praktijk en dat niet alleen vanwege de synastrie tussen onze horoscopen. Het is vooral de overtuiging van de juistheid van zijn ideeën die me drijft ze onder aandacht te brengen en toe te passen.
Bibliografie
Hoen, Joyce (2004): Transits als spiritueel groeiproces
Merriman Raymond (1991): Evolutionary astrology, the journey of the soul through states of
consciousness
Rudhyar, Dane (1991) : The astrology of personality (first published in 1936)
Rudhyar, Dane (1970) : The Planetarization of consciousness
Rudhyar, Dane (1973) : An astrological mandala, the cycle of transformation
and its 360 symbolic phases
Rudhyar, Dane (1975) : The Galactic dimension of astrology, the sun is also a star
Ruperti, Alexander (1978) : Cosmic cycles of becoming
Whitfield, Peter (2001) : Astrology a history
Website Centre for Humanistic and Transpersonal Astrology (CHTA)
Article from Alexander Ruperti